Naast het houden van koeien, varkens, schapen, kippen en kalkoenen, zijn er tegenwoordig ook boerderijen waar struisvogels gehouden worden. Omdat struisvogelhouders vrij schaars zijn in Nederland en België, zijn dit soort boerderijen vaak enkele dagen per week opengesteld voor het publiek. Op deze manier krijgen bezoekers de gelegenheid om de gigantische vogels van dichtbij te aanschouwen en – indien er een boerderijwinkel aanwezig is – struisvogelproducten te kopen, zoals bijvoorbeeld struisvogelvlees, struisvogeleieren, lederwaren en plumeaus van struisvogelveren.

Eierschaalflessen

Bij archeologisch onderzoek in de Diepkloofgrot (Westkaap, Zuid-Afrika) zijn fragmenten van ingekerfde struisvogeleierschalen gevonden. De eierschalen dateren uit prehistorische tijden. Naast de ingekraste patronen bevatten enkele stukken eierschaal een gaatje. Vermoed wordt dat de Afrikaanse jagers en verzamelaars uit lang vervlogen tijden struisvogeleierschalen, die ongeveer een liter water kunnen bevatten, gebruikten als drinkfles. Deze archeologische vondst levert tevens het bewijs dat struisvogels al tienduizenden jaren de aarde bevolken. Vanwege de enorme stappen die struisvogels kunnen maken wordt er wel eens gesuggereerd dat deze loopvogels afstammen van de legendarische dinosaurus.

Samen sterk

Struisvogels komen van nature voor in grote delen van het Afrikaanse continent, waar ze graag in het gezelschap van zebra’s en antilopen verkeren om zich beter te kunnen weren tegen hongerige leeuwen en andere gevaarlijke roofdieren. Het zicht van de struisvogel is uitstekend – struisvogels kunnen bewegingen waarnemen tot op meer dan drie kilometer afstand – maar hun reukzin is minder goed ontwikkeld. Bij zebra’s en antilopen is dat precies andersom. Daarom vormen deze dieren samen een kudde zodat ze elkaar op tijd kunnen waarschuwen voor naderend gevaar.

Vluchten

Struisvogels kunnen niet vliegen, maar ze hebben als loopvogel wel de capaciteit om heel snel (weg) te rennen, waarbij ze een snelheid van maar liefst 70 km/uur kunnen behalen. Deze snelheid kunnen ze bovendien wel vier uur lang volhouden. Daarnaast zijn ze – met een flinke aanloop – in staat om over eventuele hindernissen van anderhalve meter hoog te springen. Dit atletische vluchtgedrag maakt het voor roofdieren uiteraard erg lastig om een struisvogel te pakken te krijgen.

Vechten

Als vluchten niet gaat lukken begint de struisvogel agressief van zich af te trappen, waarbij ze met hun voorwaartse pootstoten de botten van hun tegenstander makkelijk kunnen breken. De meeste roofdieren vinden dat geen prettig vooruitzicht en haken daarom af. Struisvogels die in het wild leven worden gemiddeld zo’n dertig jaar oud. Gedomesticeerd kunnen deze vogels echter dubbel zo oud worden.

Recommended Posts