De raaf behoort – net als de kauw, de roek, de zwarte kraai en de bonte kraai – tot de kraaiachtigen. Deze vogels zijn soms moeilijk van elkaar te onderscheiden; vooral de zwarte kraai en de raaf lijken erg veel op elkaar. De raaf is echter de grootste van de kraaiachtigen.
Ouder dan de mens
Oude grotschilderingen en andere archeologische vondsten hebben aangetoond dat de raaf een extreem oude vogelsoort is. Volgens Louis Beyens, die als bioloog verbonden is aan de Universiteit van Antwerpen, wordt het bestaan van de raaf op drie miljoen jaar geschat. Dat zou betekenen dat de raaf vele malen ouder is dan de mens. Beyens heeft een paar boeken over de raaf geschreven, waarin interessante informatie over deze vogels te vinden is.
De raaf in mythen
In diverse mythologieën speelt de raaf een onmiskenbare rol. In de scheppingsverhalen van de Inuït cultuur heeft Tulugak (‘Vader Raaf’) het leven op aarde (inclusief de mensheid) geschapen. In de Oudnoorse mythologie zijn de raven Huginn (gedachte) en Muninn (geheugen) de trouwe metgezellen van Odin (Wodan), de oppergod van het oud-Germaanse pantheon. Odin, ook wel ‘de Ravengod’ genoemd, ontvangt belangrijke informatie via de beide raven, die voortdurend over Mi∂gar∂r – de aarde – vliegen. Ook de oud-Griekse zonnegod Apollo beschikt over een raaf die hem regelmatig voorziet van belangrijke informatie.
De diverse mythen laten zien dat de raaf een intelligente vogel is met een grote kennis van zaken. Maar ook in de Heilige Koran wordt dit beeld van de raaf weergegeven: wanneer Qabil zijn broer Habil – die hij uit jaloezie gedood had – moest begraven, stuurde Allah twee raven naar Qabil, die hem demonstreerden wat er gebeurd was en hoe hij zijn broer moest begraven.